Als ondernemer is het belangrijk om je cijfers helder te hebben, dat je precies weet wat iets gekost heeft en wat het oplevert. De inkoopwaarde van de omzet (IWO) is gelijk aan de inkoopprijs van de verkochte producten. Anders gezegd: van alles wat jij in een periode verkoopt, wat is daar de inkoopprijs van? Hoe kom je aan dit getal en waarom is het belangrijk om dit te weten?
Ik geef je alvast een hint mee: de IWO is niét hetzelfde als consumentenomzet en ook niet hetzelfde als je inkopen. Als ondernemer is het ontzettend belangrijk en handig om toch het verschil tussen deze termen te weten. En wat is het matching-beginsel? Dat leg ik je in deze blog allemaal uit. En geen zorgen: het wordt begrijpelijk!
Dit ga je ontdekken:
Waarom is het belangrijk om de inkoopwaarde van de omzet te berekenen?
Ik kom vaak tegen dat ondernemers niet precies weten wat hun inkoopwaarde van de omzet is. Of dat ze het niet belangrijk genoeg vinden om hier helderheid in te hebben, want: ‘het loopt toch goed?’. Hoewel het mooi is als je het idee hebt dat je winstgevend onderneemt, is het alsnog belangrijk om de inkoopwaarde van de omzet te berekenen.
Je kunt namelijk inzicht krijgen in de resultaten die je gaat behalen en meten welke groei er in je onderneming op deze manier mogelijk is. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: cijfers zijn het feitelijke bewijs van of je onderneming de goede kant op gaat of dat je misschien iets moet veranderen. Zo is de inkoopwaarde van de omzet belangrijk om inzicht te hebben in hoeveel kosten jij maakt voor het leveren van jouw product of dienst. Misschien heb je helemaal niet door dat een veel te groot percentage van de omzet aan kosten opgaat, wat natuurlijk zonde voor jou zou zijn.
Consumentenomzet berekenen
De consumentenomzet is net iets anders dan de inkoopwaarde van de omzet. De consumentenomzet is de omzet inclusief btw. Dit is dus wat je direct van de klant ontvangt wanneer deze afrekent. Je kunt de consumentenomzet delen door 1,21 (uitgaande van een btw-percentage van 21%), dan heb je de verkoopprijs zonder btw.
Het belangrijkste aan de consumentenomzet is dat je beseft dat je producten of diensten aan consumenten verkoopt met btw en dat btw nooit van jou is. Dit moet je namelijk sowieso afdragen aan de Belastingdienst. Het is dus essentieel voor de berekening van de inkoopwaarde van de omzet om de btw eraf te halen.
Inkoopwaarde van de omzet t.o.v. inkopen
De inkoopwaarde van de omzet is ook net iets anders dan je inkopen. Inkoopkosten is het bedrag dat het jou als bedrijf kost om je product te maken of bestellen. De inkoopwaarde van de omzet is het bedrag dat jij aan verkopen kwijt bent in een bepaalde periode. Hierdoor is de inkoopwaarde van de omzet niet altijd gelijk aan de inkopen.
Stel, je verkoopt kaarsen. In maand 1 heb je 25 kaarsen ingekocht (je inkopen), maar je verkoopt deze maand 15. In dit geval is deze 15 de inkoopwaarde van de omzet. Dit heet ook wel het matching-beginsel: je moet de kosten en de opbrengsten aan dezelfde periode toedienen. Het is belangrijk om het matching-beginsel toe te passen, zodat je geen vertekend beeld van de werkelijkheid krijgt. Anders zou je in maand 1 bijvoorbeeld een laag of negatief resultaat hebben en in een volgende maand bijna geen inkoopkosten hebben.
Download mijn rekentool voor meer winst
rekentool voor merkeigenaren met een fysiek product
Ontdek wat je moet doen en laten om meer winst over te houden
Inzicht is de ultieme basis voor een winstgevender, groeiend en leuker bedrijf. En je hebt geen Excelkennis nodig, dus wat houd je nog tegen?
Download nu tijdelijk de gratis de rekentool.
- Als je mijn e-book download ga je ook akkoord met het verwerken van jouw gegevens volgens onze privacyverklaring..
Inkoopwaarde van de omzet berekenen
Nu je weet waarom de inkoopwaarde van de omzet en consumentenomzet belangrijk zijn om te begrijpen, ben je misschien ook wel benieuwd hoe je dan de inkoopwaarde van de omzet berekent. Zoals ik hierboven ook kort uitlegde, is het belangrijk om het matching-beginsel toe te passen. Dit houdt in dat je kosten en opbrengsten per periode aan elkaar matcht. Dit betekent dus niet dat je alle inkopen aan één maand toewijst. Dit zal ik laten zien aan de hand van een voorbeeld.
De formule om de IWO van de omzet te berekenen is:
- Inkoopwaarde van de omzet = afzet × inkoopprijs product (of een dienst)
Stel, jij verkoopt avocado’s. Je hebt ze ingekocht voor 0.50 cent per stuk en je verkoopt ze door voor 1.00 euro. Als je er 100 verkoopt, is de inkoopwaarde van je verkopen 50 euro (want 100 x 0.50 = 50 euro).
Wat kan je met deze informatie?
Misschien onderneem je al een tijdje, maar loopt het de laatste tijd niet zo lekker. Misschien loopt het juist wel goed, maar wil je graag meer groeien. In beide gevallen is het ontzettend belangrijk en nuttig om inzicht in je cijfers te hebben. Je weet dan precies welk percentage van de omzet opgaat aan inkoopkosten. Op deze manier kun je berekenen hoeveel verkopen je moet draaien voor een bepaalde winst. Daarnaast kun je ook gericht met de kosten bezig als je eenmaal weet hoeveel de inkoopwaarde van de omzet werkelijk is. Misschien kun je, als je goed kijkt, toch ergens kosten schrappen, zodat het percentage winst hoger wordt.
In deze blog heb ik je uitgelegd wat de IWO is, waarom het belangrijk is om dit te berekenen en hoé je het dan berekent. Ook heb ik je uitgelegd hoe je de IWO niet verward met de consumentenomzet en de inkoopkosten. Dit heeft te maken met het matching-beginsel.